Laatst liep ik een beetje door Gronie te slenteren en stuitte ik op een heel knus winkeltje. Helaaspeanutbutter weet ik niet meer hoe het heet, maar het zag er een beetje duur, maar wel heel stylish, creatief en schattig uit. Meestal houd ik niet zo van duur-uitziende winkels, want ik ben altijd bang dat er dan een nare verkoopster is die me allerlei dingen wil aansmeren en ik weet toch al dat ik niks wil (nou ja, kan) kopen. Maar nu dacht ik, who cares, ik ga gewoon even snuffelen. En het viel mee, olé! Ze hadden hippe designdingies en allemaal van die wij-willen-duurzaam-zijndingen. En dat komt goed uit, want daar hou ik wel van. Ik zag er bijvoorbeeld een heel leuk t-shirt, van een fair trade kledingmerk. En dan komen we bij het onderwerp van deze blog. Want ondanks dat ik het niet kocht, zette het me wel weer even op scherp.
Het vervelende van fair trade kleding
Ik was het eigenlijk een beetje vergeten, maar fair trade kleding kan écht heel leuk zijn :) (Oké, dat klinkt alsof ik vol zit met vooroordelen over geitenwollensokken en dat is echt niet zo.) Maar er is één nadeel: het is vaak best prijzig. En laat ik nou net best wel een gierig persoon zijn als het gaat om kleding. Niet dat ik weinig kleren koop, maar wat ik koop is meestal cheapycheapy. Niet cheapycheapy als in Wibra en Zeeman, maar cheapycheapy als in uitverkoop. Zodat het niet goedkoop voelt, maar wel goedkoop was. Een trui van twintig voor zeven? Joepie. Een broek van vijfentwintig voor tien? Kom maar op. Dat soort bedragen, je snapt het wel. Misschien een beetje krenterig, maar het voelt toch ook gewoon goed om met iets leuks thuis te komen zonder je spaarvarken kapot te slaan?
Maar dan hebben we die leuke fair trade kleding. Die is niet cheapycheapy.
Die is gewoon best wel duur, of – als het uitverkoop is – gewoon duur. En als het dan heel mooi is twijfel ik natuurlijk even, maar koop ik het uiteindelijk niet. En dan loop ik twee dagen later toevallig door de H&M en koop ik weer een shirt van tien drie euro. En dat vind ik stom van mezelf. Want hallo, zielige kindjes in grote fabrieken, arme mensen die de longen uit hun lijf werken door ongezonde werkomstandigheden en dan nog al die uitstoot van vliegtuigen omdat het goedkoper is om een t-shirt in Bangladesh te laten maken dan hier in de buurt. Daar wil ik niet aan meewerken. En toch doe ik het.
The Challenge
Daarin moet verandering komen. Dus ik heb mezelf het volgende doel gesteld:
Misschien denk je nu, één maandje maar? Ja, sorry, een maandje. Want als ik twee maanden zeg en het niet volhoud ben ik sip en probeer ik het de maanden daarna al helemaal niet meer. En als ik het één maand volhoud, doe ik het de maand daarna misschien ook wel :) Dus vandaar.
Misschien ben je net als ik en heb je nu de neiging alle eerlijke kledingwebshops af te struinen en je winkelwagentjes bomvol te gooien met oh zo duurzame eerlijke verantwoorde kleding. Maar om je (en mezelf) een beetje af te remmen sluit ik af met de wijze woorden van Floris: géén nieuwe kleding kopen is nog verantwoorder dan verantwoorde kleding kopen (: (jammer hè?)
Ps. Zoals je aan de titel al kon zien, was dit deel 1. Morgen is het tijd voor deel 2. Daarin zal ik alle pareltjes etaleren die ik de afgelopen dagen ben tegengekomen in de wereld van eerlijke kleding. Ik bedoel, wie wordt er nou niet blij van een plaatje van een flamingo-t-shirt? :) Wees maar niet bang, morgen kun je ‘m hier aanschouwen. En naast een lading mooie plaatjes zal ik wat merken en webshops op een rijtje zetten, zodat je zelf ook eens kunt gaan gluren.
Goed idee! Een heel mooi en goed shirt in plaats van tien shirts waar je kledingkast proppie vol van raakt. Behalve dat het duurder is, heb je ook meteen een stuk minder keuze, dat vind ik al lastiger. Maar ik ga er ook een maandje op letten ;)