

November was vol beweging. Het waaide en stroomde en strandde en stuwde en stamelde en snelde en sprintte. Versnellen en vertragen, die woorden passen misschien wel het meest bij de afgelopen maand. Maar het was een goede maand. Ja. Met alles wat er was.
Het was een maand met weinig ritme. Een maand van snel schakelen, vooral wat mijn werk betreft. Ik ontwierp in korte tijd nieuwe kerstkaarten. Twee helemaal nieuwe en één oude in een nieuw jasje. Samen vormen ze een setje van tien, waarvan een groot deel van de opbrengst naar Stichting Bootvluchteling gaat.
Ik vond het fijn om ze te maken. Ik voelde de tijd tikken, maar soms is het zo lekker om dat hele proces er in een week doorheen te knallen. Inspiratie uit mijn binnenste opgraven, experimenteren, spelen, stoeien, knippen, plakken, weggooien, opnieuw beginnen, net zo lang tot er iets begint te ontstaan. En dan finetunen, bijschaven. Totdat het klik zegt en ik ineens met een glimlach naar mijn scherm kijk. En dan hup, naar de drukker. Het resultaat in handen hebben. Op een of andere manier blijft het altijd een kwetsbaar proces, want wat als het niet lukt? Wat als er niks komt? Maar uiteindelijk wordt het altijd iets.
Iets voor half november gingen ze de wereld in, en joh, dat heb ik geweten. Het liep storm in de webshop. De rest van november stond in het teken van bestellingen, bestellingen en nog meer bestellingen. Ik was er van tevoren nauwelijks mee bezig geweest, maar ik had voor de zekerheid mijn maatwerk op een iets lager pitje gezet, want stel dat het deze maand net zo druk zou zijn als vorig jaar? Maar bijna drie keer zo druk, dat blies me een beetje van mijn sokken. Mooi en bijzonder, hoe dingen dan samenkomen en er een soort stroomversnelling ontstaat. En ook gewoon hard werken en daarnaast de rust blijven zoeken. Het ene moment versnellen en het volgende vertragen.
Hardlopen hielp me om dat te oefenen. Kan ik mijn tempo verhogen, zonder het gevoel te hebben dat ik mezelf voorbij ren? Kan ik rennen zonder haast te hebben? Kan ik de signalen van mijn lijf helemaal blijven voelen, vertragen waar nodig, maar zonder te stoppen? Kan ik mijn fysieke grenzen respecteren en uitdagen tegelijk? Kan ik mijn grens opzoeken en daar een tijd blijven, zonder dat ik eroverheen ga? Vragen die voor mij al een tijdje relevant zijn vanwege hoofdpijn en overprikkeling, en nu blijkt hardlopen ineens een fijne manier om daarmee te experimenteren. Plus dat mijn conditie er een beetje beter van wordt, dat is ook wel welkom.
Op de achtergrond – en soms even op de voorgrond – waren er wat opleidingsdingen. Een afspraak hier, een afspraak daar. Voor de een was ik ineens veel zenuwachtiger dan ik had verwacht, en bij de ander juist nauwelijks. Voor eentje moest ik een eind reizen, dus ik combineerde het met een logeerpartij bij een vriendin. Fijn was dat.
En dan waren er nog de dromen. Ha, ja. Één van de verplichte boeken voor de opleiding is een boek over dromen, over hoe ze – hoe bizar ze soms ook zijn – behoorlijk veel inzicht kunnen opleveren. Ik moest daar een beetje aan wennen, ik heb mijn dromen nooit echt serieus genomen. Ik was best sceptisch in het begin, vertrouwde het niet helemaal. :-) Maar nu ik me er eenmaal een beetje in verdiep, gaat er een wereld voor me open. De laatste maanden ben ik ze steeds vaker op gaan schrijven, en ja, ik ben geboeid. Hoe dromen op die gekke beeldende manier dingen aan het licht brengen die overdag onder het oppervlak blijven. Dus dat was ook november. Een maand met verrassende nachten. :-)
Ja, november was een maand vol beweging. Fijn wel hoor, dan voel ik tenminste dat ik leef.
En nu is het december. Advent. Een tijd van wachten. De dagen zijn onmiskenbaar korter geworden, en corona is toch weer vrij abrupt de hoek om gekomen. Ik voel de zwaarte, en ja, ook dat houdt me bezig. Oplossingen heb ik niet. En nóg een mening, ach, daar zijn er al genoeg van. Dus ik mik op troost, hoop en schoonheid. Een beetje warmte en zachtheid, de lat niet te hoog. Laat me daar maar iets van door proberen te geven. Doe je mee?


PS En deze muziek hoorde bij november: dit album op repeat. (Ja, die deelde ik vorige maand ook al. Zo fijn is ‘ie.)