over deze herfst, graafwerk en hoop.

Ik zit hier. Ik heb kaarsjes aangestoken, ik neem slokjes koffie. Op de achtergrond draait muziek. Toen ik vanochtend iets in een kast zocht, vond ik twee cd’s van Brown Feather Sparrow. Het is muziek die ik het liefst in de herfst luister, maar ik was het even vergeten.

De muziek brengt van alles bij me naar boven. Al die herfsten, de afgelopen jaren. Een seizoen waar ik nooit echt naar uitzie, maar als het eenmaal zo ver is, kan ik er toch vaak van genieten. Nu ook. De kleuren, het zachte licht. Als de zon schijnt. Het bos. Hoe bladeren naar beneden dwarrelen. Zo mooi, dat er soms zomaar tranen uit mijn ogen mee dwarrelen.

Dit jaar, deze herfst. Voor het eerst sinds lang ben ik niet echt bang voor wat er komen gaat. Voor de maanden hierna. November. December. Januari misschien. De winter.

Vorige winter was een dal. Misschien is winterdepressie het goede woord, al was het niet lang of constant. Maar er waren diepe uitschieters naar beneden, waarin mijn tijdsbesef verdween. Waarin ik niet meer wist wanneer de diepte was begonnen, en of die ooit weer zou eindigen. Natuurlijk eindigde het. Het werd beter. Een nieuw jaar begon, de dagen werden langer, lichter. Ik krabbelde op – verrassend snel eigenlijk, vond mijn draai terug, en meer dan dat. Nieuwe moed, nieuwe hoop. Tegelijkertijd besefte ik dat het een kwestie van tijd was voor het opnieuw herfst en winter zou worden.

Ik besloot: er moet dit jaar iets veranderen. Ik wil dit niet nog een keer. Ik heb nu alle tijd om tot een plan te komen, om uit te vinden hoe, met wie of wat. Zodat ik – als de dagen weer korter worden – er niet alleen voor sta. In januari al kruiste mijn pad met iemand. Ze bleek coach te zijn. Heel voorzichtig ontstond het idee om haar om hulp te vragen. Toen het zomer werd veranderde dat idee in een besluit, een stap, een sprong.

Het bleek enger dan verwacht. Om iemand in mijn hart mee te laten kijken. Om elke maand tijd en geld en moeite te investeren in iets waarvan je eigenlijk niet precies weet wat het is, hoe het moet, en wat het oplevert. Alsof je iemand uitnodigt om te helpen graven, maar je weet nog niet wat je gaat vinden. Of het mooi gaat zijn of lelijk. Soms twijfel je zelfs óf je wel iets gaat vinden.

Maar dat er iets te vinden was, is inmiddels duidelijk geworden. Het graafproces is in volle gang en we stuiten op grote, kleine, mooie, lelijke, interessante, pijnlijke en soms ook gewoon grappige dingen. Het is een rommelig proces, tot nu toe. En toch. Zo hoopvol ook.

Hoopvol genoeg om nu anders de wintermaanden in te gaan. Dat diepe dal waar ik zo bang voor was, ik weet niet of het komt. Maar ik voel me beter uitgerust. Wellicht zie ik het dal straks eerder aankomen, zodat ik eromheen kan lopen. Want de paadjes eromheen, die raken inmiddels steeds vertrouwder. Of misschien vind ik mezelf op een gegeven moment alsnog in die diepte waarvan ik de uitgang niet meer kan vinden. Maar zelfs dan, dan staat er een sessie op de planning. Een sessie om samen te ontdekken welke uitnodiging schuilgaat in dat dal. In beide gevallen is het oké.

Ik weet niet wat de komende tijd gaat brengen. Maar dat het iets goeds is, direct of indirect, dat weet ik wel. Misschien ontdek ik nog meer schatten, of misschien vooral van die grote harde kluiten die uitgegraven mogen worden, zodat de grond erop vooruit gaat. Het maakt niet zoveel uit. Allebei goed.

En nu is het nog nu.

Herfst. Bijna november al. Ik geniet van de kleuren, de bomen, het licht.

Ik geniet van alle glimpjes en schatten die al boven zijn gekomen tijdens het graven. Ik geniet van mijn graafgezelschap – ik kan me niemand beters wensen.

Ik geniet van de kaarsen op tafel. De bladeren die ik vanochtend opraapte. De muziek op de achtergrond.

Welkom herfst.

Translate »