
Hoi! Tijd voor deel twee. Ik had het de vorige keer al een beetje verklapt: vandaag wil ik iets meer vertellen over prikkels. Ik denk dat je wel weet wat prikkels zijn, maar voor de volledigheid: prikkels zijn eigenlijk alle ‘informatie’ die er bij je binnenkomt, bewust of onbewust. En met informatie bedoel ik niet per se woorden en zinnen en kennis, maar juist al die zintuiglijke dingen: licht, geluid, alles wat je ziet, geuren, et cetera. Prikkels zijn er dus altijd en overal, en hoewel het woord misschien een beetje stekelig klinkt, is er aan prikkels op zich niks negatiefs :-)
Het goede nieuws is dus dat prikkels niet per se stom zijn. Het slechte nieuws is dat er zoiets bestaat als te veel prikkels. En te weinig prikkels, dat is ook een optie. En kijk, dan komen we precies bij de vraag die ik van verschillende mensen kreeg:
Hoe zorg je ervoor dat je in het dagelijks leven niet overprikkeld (maar ook niet onderprikkeld) raakt? Hoe zorg je voor het juiste ‘prikkelniveau’?
Want ja, dat is wel een van de grote issues als je hoogsensitief bent: je raakt snel overprikkeld. In de vorige blogpost vertelde ik al dat bij hoogsensitieve mensen alle informatie – die prikkels dus – gedetailleerder bij je binnenkomt en met meer detail verwerkt wordt. Dus eigenlijk is het niet zo gek dat je dan eerder aan je max zit. Net als bij dat voorbeeldje van die jas. Als je zonder jas buiten bent terwijl het sneeuwt, raak je nu eenmaal sneller verkleumd. Er valt bij jou niet meer sneeuw dan bij iemand met een jas, maar jij bent er gewoon iets minder goed tegen beschermd. Dus mocht je het je afvragen: mensen die niet hoogsensitief zijn kunnen ook overprikkeld raken. Bij hen duurt het alleen wat langer, zij kunnen meer prikkels verdragen voor ze aan hun plafond zitten.
Tegelijkertijd bestaat er ook zoiets als onderprikkeld raken (dat klinkt wel heel eng en dreigend hè, als onderkoeld of ondervoed.). Je krijgt dan zo weinig prikkels binnen dat je verveeld raakt en je concentratie verliest. Waar die grens naar onderprikkeling ligt, is per persoon verschillend. Sommige mensen hebben weinig prikkels nodig om tevreden en blij te zijn, terwijl een ander zich kapot verveelt in dezelfde situatie. Voor de een is een hele dag thuis met een boek op de bank de ideale situatie, en een ander zet na tien minuten muziek aan, doet dansjes, belt een vriend en gaat vervolgens naar de kermis.
Net als bij overprikkeling is het recht op onderprikkeling niet alleen voorbehouden aan hoogsensitieven. Sterker nog: onderprikkeling en hoogsensitiviteit staan los van elkaar. Ik kan me voorstellen dat hoogsensitieve mensen gemiddeld genomen net iets minder snel onderprikkeld zijn, omdat ze – als ik naar mezelf kijk tenminste – elke prikkel die er wél is, zo uitgebreid verwerken. Maar er zijn ook genoeg mensen die niet hoogsensitief zijn, en toch met weinig prikkels heel gelukkig zijn.
Oké, misschien denk je nu ‘ahhhh onderprikkeld overprikkeld hoogsensitief of juist niet prikkelgrenzen wat gebeurt er allemaal ik snap er niks meer van!’. Jep, ik weet het, het is nogal theoretisch. Daarom is het tijd voor een tekeningetje wat alles duidelijk maakt:

Zie je die twee grenzen? En dat mooie gebiedje wat daar tussenin ligt? Dat is wat we willen! Dat is ons ideale prikkelniveau, om het maar even gezellig te zeggen. Nog één ding wat ik erbij moet vermelden: die grenzen zijn niet onwrikbaar! Ze kunnen in de loop van de tijd best een beetje verschuiven, simpelweg omdat je meer of minder prikkels gewend raakt. Ik kom daar straks nog even op terug, omdat ik dat zelf best duidelijk heb gemerkt.
Zo, maar nu is het eerst tijd voor de praktijk. Waar jouw grenzen (op dit moment) liggen, en hoe jouw dagelijks leven eruit ziet, daar kan ik helaas niks over vertellen. Maar ik kan wel vertellen hoe het bij mij zit en wat ik eraan doe om in dat vrolijke gele gebiedje te blijven.
Bij mij zou het schematische tekeningetje er ongeveer als volgt uitzien. Voor de gezelligheid heb ik ook een tekeningetje voor Floris (mijn man :-)) gemaakt, want dat is wel leuk om te vergelijken. Die tweede is van hem.


Zoals je ziet heeft Floris maar weinig prikkels nodig om goed in z’n vel te zitten, terwijl ik redelijk snel in m’n roze gebiedje zit en dus verveeld raak. Hoewel ik echt kan genieten van een rustig dagje af en toe, ben ik op een slome zaterdag altijd degene die voorstelt om wat leuks te gaan doen. Daarnaast zit ik ook iets sneller aan mijn max dan mijn man, in een drukke situatie met veel prikkels raak ik sneller overprikkeld. Hij heeft dus een wat grotere ‘veilige zone’ (klinkt leuk), en dat verklaart meteen waarom hij in het maken van keuzes over wat we gaan doen, een stuk makkelijker is dan ik (en dat is dan weer heel handig voor mij). Er zijn ook mensen waarbij de twee streepjes heel dicht bij elkaar zitten, bijvoorbeeld als je én hoogsensitief én snel onderprikkeld bent. Dan ben je eigenlijk continu aan het schipperen tussen net genoeg maar niet te veel prikkels, keilastig! Kijk, zo ziet dat er dan uit.

Ik ben nu ruim drie jaar zelfstandig ondernemer en ik vond (en vind) het best een puzzel uit te vinden hoe ik mijn dagen zo kan inrichten, dat ik niet te veel, maar ook niet te weinig prikkels binnenkrijg. Best bepalend daarin is mijn werkplek. Zoals je misschien weet verzette ik tot kortgeleden ik het meeste werk op mijn werkkamer, gewoon bij mij thuis. En dat betekent: weinig prikkels! Geen geklets van collega’s, geen continu veranderende omgeving, dat soort dingen. Ik hield de inrichting van mijn werkkamer bewust rustig en neutraal: witte muren, houten meubels. Al die dingen gaven me rust en (meestal) focus om mijn werk te doen.

Overprikkeld raakte ik daar dus niet zo gauw. Maar vijf dagen in mijn eentje thuis, sodeju, af en toe vond ik het zo saai! Niet zo gek dat ik heel actief werd op social media, want het was zo’n beetje mijn enige contact met de buitenwereld :-) Daarnaast ging ik minstens één, meestal twee keer per week buiten de deur werken, in een koffietentje of bij mijn man op kantoor. Ik maakte elke ochtend een wandeling en ging in mijn lunchpauze soms even boodschappen doen. Alles om dat prikkelniveau een beetje op peil te houden, en gelukkig ging dat meestal goed.
Wat ik wel merkte, en dat was zowel een voor- als een nadeel, is dat ik die rust steeds meer gewend raakte. Op de gewone dagen is dat natuurlijk prima, maar als ik in het weekend dan wel een keer een drukke, sociale dag had, was dat behoorlijk vermoeiend. Dan had ik meteen een hele maandag nodig om bij te komen. Niet alleen mijn grens naar onderprikkeling schoof dus langzaam naar beneden, maar mijn grens naar overprikkeling ook.
Zoals je misschien weet, heb ik sinds augustus een nieuwe werkplek. Ik werk nu boven een winkel in Groningen. Ik heb daar mijn eigen kamertje (eigenlijk zelfs twee), waar ik vier dagen per week te vinden ben. Die vijfde dag ben ik ook in Groningen, maar houd ik beneden de winkel draaiende.
En dat zorgt ervoor dat ik structureel heel wat meer prikkels binnenkrijg dan voorheen: elke dag reis ik heen en weer naar Groningen (gelukkig samen met mijn man in de auto), er zijn achtergrondgeluiden van de winkel, een collega om af en toe mee te kletsen, ik ben in een drukke stad zodra ik de deur uitloop, heb elke donderdag een heleboel mensen om me heen, et cetera. Maar tegelijkertijd is het – behalve op die dag in de winkel – allemaal te doseren: als ik rust nodig heb doe ik mijn deur dicht, mijn koptelefoon op en zit ik nog steeds in mijn eigen kalme kamertje. Dus jep, dat is de situatie op dit moment, en dat bevalt me wel!

Zo, genoeg gekletst over mijn werkplek. Als het gaat om mijn dagelijkse ritme en alles wat ik doe, zijn structuur en routine mijn grootste vrienden. Ik sta elke dag om dezelfde tijd op en heb altijd dezelfde ochtendroutine voor ik naar het werk ga. Het zorgt ervoor dat ik niet elke dag opnieuw dezelfde keuzes moet maken. Want ik weet niet of dat voor alle hoogsensitievelingen zo is, maar ik vind keuzes maken nu eenmaal best lastig. Ik wil alle informatie goed tot me door laten dringen en meenemen in mijn keuze. Dat klinkt misschien een beetje dramatisch, maar om een voorbeeld te geven: als ik wakker word, kan ik bedenken ‘ga ik eerst douchen, of eerst ontbijten, of eerst wandelen?’. Vervolgens denk ik na of er nog eventuele andere opties zouden zijn, en welke optie op dit moment het beste voor mij is. Hoe zit ik in mijn vel, hoe heb ik geslapen, hoe ‘druk’ is het in mijn hoofd? Al die mini-factoren probeer ik mee te nemen in mijn beslissing wat ik als eerste ga doen. Voor ik het weet is het een half uur later omdat ik de perfecte beslissing wil nemen. Ja, best vermoeiend. Dus inmiddels weet ik dat ik het mezelf een stuk makkelijker maak als ik één keer een volgorde bepaal, en die alle dagen aanhoud.
Ook vind ik het fijn dat ik – vooral sinds ik in Groningen werk – verplichte werktijden heb. Geen gemekker meer of ik om half negen aan het werk wil gaan of om half tien, want Floris’ werk begint nu eenmaal stipt om negen uur, dus dan moeten we er zijn (jep, hij werkt wel voor een baas, en onze kantoren zitten heel dicht bij elkaar, dus we moeten wel samen rijden :-)). En om half zes gaan we weer naar huis, klaar is kees. Dat ritme vind ik ideaal en geeft een hoop rust. Scheelt weer prikkels.
In mijn taken zelf heb ik (niet) zo’n duidelijke structuur, omdat die van dag tot dag verschillen. Aan het begin van mijn werkdag maak ik een lijstje met wat ik die dag moet doen, en het liefst ook in welke volgorde. Dat geeft voor mij op dit moment genoeg rust. Wat dan wel mijn toverwoord is? Balans.
Het zelfstandig ondernemerschap geeft heel veel vrijheid om te schipperen tussen veel en weinig prikkels, dus daar maak ik dankbaar gebruik van. Heb ik ’s ochtends een afspraak met een klant (= veel prikkels!), dan ga ik ’s middags bestellingen inpakken of illustraties nabewerken (= weinig prikkels). Bij het inplannen van opdrachten zorg ik ervoor dat ik niet te veel deadlines (= stress = prikkels) in één week zet, afspraken plan ik zoveel mogelijk in een bekende omgeving het liefst niet meer dan één op een dag. Ik hoor wel eens van collega’s die zestig uur per week werken en dat vind ik prima voor hen, maar aan mij is dat niet besteed. Mijn hoofd is nu eenmaal eerder vol dan mijn agenda. :-)

Zoals je misschien tussen de regels door leest is het nogal een kwestie van trial and error. Inmiddels kan ik onder- en overprikkeling best goed bij mezelf herkennen, en voel ik het dus ook wat beter aankomen. En dat helpt, want dan kan ik erop inspelen. Als ik in mijn agenda zie dat er een rustige week aankomt, plan ik gauw wat geklets met vriendinnen of een ander uitje in, zodat ik de andere dagen waarschijnlijk productiever ben. En andersom ook: komt er een propvolle week aan, dan kijk ik wat er eventueel geschrapt kan worden, of waar ik rustmomentjes in kan bouwen. Gewoon maar blijven proberen dus :-)
En bovendien: overprikkeld raken kan vervelend zijn, maar er zijn ergere dingen en soms is het onvermijdelijk. Het leven laat zich nu eenmaal niet perfect doseren en dat is oké. Soms weet ik van tevoren dat iets te druk en intensief gaat zijn, maar kies ik er bewust voor om het toch te doen, omdat het voor mij de overprikkeling waard is. Een concert na een drukke dag, een conferentie met heel veel mensen, drie afspraken op een dag omdat dat nu eenmaal het beste uitkomt. Zo lang je die afweging bewust maakt, genoeg tijd neemt om bij te komen en het dus niet om iets permanents gaat, is dat volgens mij prima.
Zo. Dat was weer een lang verhaal. Laat me vooral jouw ervaringen hierover weten, ik ben heel benieuwd! Dan klets ik binnenkort weer verder over hoogsensitiviteit, maar dan over dipjes en moodswings. Stemmingswisselingen, hoe je het maar noemen wilt. En wat voor invloed die hebben op mijn werk. Keep you posted!

Jij kan het zo goed uitleggen. Echt fijn dat je er zo eerlijk over bebt en er meestal een goede balans in weet te vinden.❤
Ah, dankjewel, dat is een mooi compliment!
Goed verhaal Nina! Ik heb mijn grenzen in de loop van de tijd heel erg opgerekt (of dat is vanzelf gegaan omdat ik ouder werd) waardoor ik veel minder snel overprikkeld ben. En ook wat sneller onderprikkeld, maar ik denk dat ik relatief gezien nog steeds met heel weinig prikkels toe kan, dus ik vind het eigenlijk alleen maar fijn dat die grens iets hoger is geworden en mijn oranje gedeelte nu vrij groot. Dat wennen aan een bepaalde hoeveelheid prikkels is denk ik ook heel belangrijk om je bewust van te zijn. En jouw weekindeling is wel echt best rigoureus veranderd, lijkt me, maar het klinkt wel echt als een goede optie, als je gewoon mee kan rijden met Floris (beter dan elke dag in het ov) en in principe een rustige, eigen werkplek hebt. Vind ik fijn voor je!
Ah boeiend om te horen! En inderdaad, ik besef me eigenlijk nog niet zo lang dat het ook gewoon een kwestie van wennen is, en dat is toch wel goed om te weten. En yes, ik vind het ov ook prima, maar voor en na een lange werkdag is rustig in de auto veel fijner! :-) Dankjewel!