als het licht terugvalt.

En hoe het dan toch ook ineens
als een lichtglimp bij donkere hemel
weer terug kan zijn:

Het vertrouwen, de moed, plezier.

De hele dag al kwijt
ik wanhopig op zoek
elk laatje in mijn achterhoofd uitkammend
het spoor terugvolgend naar waar ik het voor het laatst voelde
de broodkruimels die ik eerder achterliet, verdwalend
met grote moeite de ene voor de andere
op de tast –

Het volgende moment
wordt me een liedje voorgeshuffeld
dat argeloos de last van mijn schouders laat vallen
zonder uitleg mijn hart teruggeeft

Ik snap er niks van
blijkbaar hoeft dat niet
ik dans weer.

je laten vallen.

Ja, het leven is een soort je laten vallen.
Eng en groots. Het erop wagen, de gok nemen.

En als je ergens nog vasthoudt, dan hang je. Dan blijf je hangen in wantrouwen, in verzet. Dat moment voor de overgave is het moeilijkst. Hoe langer je het volhoudt, des te zwaarder het wordt.

Het punt is dit:
Je móet je overgeven, loslaten, wil je ervaren dat je opgevangen, gedragen wordt.
Zonder de overgave ga je het niet weten.

Je moet de gok wagen.
Anders raak je verkrampt.

En tegelijkertijd:
Dat je opgevangen wordt wil niet zeggen dat je niet gewond zult raken.
Je raakt gewond, hoe dan ook.
En toch zul je ook daarin leven kunnen vinden dat de moeite waard is.

Toch zal het de moeite waard zijn.

Laat los.

ik kijk naar buiten.

Ik kijk naar buiten.

Het uitzicht van mijn kantoor
bestaat vooral uit daken.
Pannen, platen, af en toe een raam.
Dingen die stil staan.

En toch.
Toch als ik beter kijk
wapperen er vlaggen
drie, nee vier, nee zes.

Twee dennenbomen wiegen
zachtjes met hun takken
trots boven alles uit.

Geen wolkje aan de hemel
maar soms wel een vogel
– en nog een. En nog een –
vliegt voorbij.

Het leven staat niet stil.
Zelfs bij weinig wind
wappert het, wiegt het, vliegt het.

lees verder →

maart.

Zo hé, maart. Het was me wat. Ik geloof dat het een naar-binnen-keermaand was. Maar ook weer niet helemaal. Het was een maand van soms even tegen een muur lopen, maar dan uiteindelijk altijd toch een raam of zelfs een deur in die muur ontdekken. En er waren zelfs momenten dat alle muren even wegvielen. Hallo leven, wat ben je groot.

De maand begon met iets dat ik spannend vond. Na een lange aanloop en veel stress in de voorbereiding, ging het van een leien dakje. Blijkbaar hoefde ik alleen maar af te rekenen met de spoken in mijn hoofd – in het echt kwam er geen spook aan te pas. Het was zo’n ervaring die iets verschoof in mijn binnenste. Hoi deur in muur. Ik kon er gewoon doorheen. Nieuwe ruimte.

lees verder →

verstil.

zo veel gedachten
gevoelens geklets
gedoe in mijn hoofd

zou je niet zo
zou beter zijn als
zou eigenlijk dit

lijkt me niet goed
lijkt echt niet oké
lijkt geen goed idee

en weet je dan niet
weet je nou wel
weet je wel hoe

zo moe ben ik nu
zo moe dat ik schreeuw
kan die herrie ook uit

het antwoord is luid
alles wordt hard
ik zoek naar mijn hart

ik zoek naar het zachte
de stem van de stilte
ik hoor haar niet meer

dan val ik stil
zwijgend zak ik
naast haar neer

zonder woorden zegt ze
alles goed

februari.

Februari, wat was je nieuw. Niet fonkelend stralend spectaculair nieuw, maar gewoon rustig borrelend en broeiend nieuw. Zoals buiten. Nog geen over de top bloesemfeest, maar het nieuwe van de lente hangt toch echt al onmiskenbaar in de lucht.

Ik luisterde er een podcast over. Over het nieuwe van februari, om ons en in ons. En hoe de uitnodiging niet is om al het nieuwe leven de grond uit te trekken, maar hoe we worden uitgenodigd om het zachtjes te koesteren, te beschermen en te voeden. Zodat het wortel kan schieten.

Die podcast kwam op het juiste moment. Ik luisterde ‘m in een week waarin mijn agenda angstaanjagend leeg was, en in plaats van ‘m zo gauw mogelijk te vullen, besloot ik van de rust en ruimte gebruik te maken. Ik mijmerde veel die week. Ik voelde. Ik vroeg me nieuwsgierig af wat voor nieuws er bij mij onder de grond aan het ontkiemen is. Hoe het eruit ziet weet ik nog niet, maar ik kan me er wel op afstemmen en mijn oren en ogen openhouden. Ik maakte een moodboard met alles wat deze tijd mijn naam fluistert. Woorden, beelden, sferen die zachtjes aan me trekken, die mijn hart sneller laten kloppen, die ergens diep in me iets aanraken. Het was fijn om er bij stil te staan. Wie weet wat eruit groeit.

Ik genoot van de zon. Van buiten op de tuinbank mijn boterham opeten. Soms een boek erbij, of juist het gezelschap van Floris. Het is nog koud, maar met een sjaal en extra vest kan het net, besloot ik.

lees verder →

vind rustig je weg.

Dat je soms alleen bent
betekent niet dat je alleen bent
De mensen om je heen
zijn om je heen

De grond gaat niet weg
de hemel blijft
Eindeloze ruimte
die je opvangt en voedt

Hoe stil je ook staat
je staat nooit stil
Geen moment is verspild
het maakt niet uit wat je doet

Het maakt uit wat je doet
zachtjes maak je verschil
Als je het even niet weet
begin dan maar ergens

Besluit te vertrouwen
doe je ogen dicht en weer open
Begin maar gewoon
en vind rustig je weg.

Translate »